Korvapuusti

DE INGREDIËNTEN

Voor zo'n twintig kaneelbroodjes

Voor het deeg

– 350 ml melk

– 50 g verse gist

– 2 eieren

– 0,2 l of 180 g suiker

– 1 theelepel zout

– 4 theelepels kardemom

– 1 l of 550 g tarwebloem (+ ongeveer 200g bij smeren)

– 200g gesmolten boter

Voor de vulling 

– boterzalf

–Suiker

–kaneel

+ 1 losgeklopt ei om te borstelen

VOORBEREIDING

1/ Verkruimel in een kleine kom de bakkersgist en verdun deze een beetje warme melk. Giet de verdunde gist in een kuil en voeg de gesmolten boter, melk en eieren toe. Mengen.

Voeg vervolgens de 550g bloem, suiker, zout en kardemom toe. Meng goed en werk het deeg vervolgens ongeveer tien minuten. Wanneer het deeg goed gekneed is, laat het dan ongeveer een uur rusten, afgedekt met een doek zodat het kan rijzen en mooie cellen aan je brioche kan geven en zo een luchtige brioche kan krijgen. Als de consistentie van het deeg te vloeibaar lijkt, voeg dan extra bloem toe.

2/ Ontgas het deeg door het een beetje met je vuisten te bewerken en het ongeveer 3 mm dik te verspreiden. Nogmaals, als het deeg niet dik genoeg lijkt, voeg dan bloem toe. Verdeel vervolgens de boterzalf over het hele oppervlak van het deeg, bestrooi met suiker en kaneel.

3/ Om de kleine broodjes vorm te geven, rol je het deeg in de lengte en snijd je vervolgens plakjes van ongeveer 1,5 cm dik. Gebruik de zijkant van je hand om het midden van je plakjes plat te maken.

Laat het nog minstens 30 minuten rusten.

4/ Bestrijk de broodjes met losgeklopt ei en bestrooi vervolgens met suikerkorrels. Bak 10 tot 15 minuten op 220°C, afhankelijk van je oven. De broodjes moeten goed bruin zijn.

Laat een beetje afkoelen en geniet er dan van !